Marijke Böinck

Holistisch therapeute voor paarden en honden

Telegraaf 

Artikel in de "Weekend" editie van De Telegraaf 

door FELIX WILBRINK

Brabantse Marijke Böinck PAARDENFLUISTERAAR  

De machtige merrie legt haar oren plat naar achteren en neemt een dreigende houding aan. Iedereen weet dat je nu niet bij haar in de box moet stappen. Vorige week nog heeft ze de dierenarts er bijna uitgetrapt. Ze steigerde hoog, met haar hoeven gevaarlijk hoog boven zijn hoofd.
och sluit een vrouwenhand zich kalm en beslist om het leidsel. Zachtjes klinkt het ,,Prr, prr. Kom maar meisje. Ben je zo bang? Dat geeft niet. Prrr, prr. Kom maar meisje." Zonder maar een spoortje van verzet laat de 10-jarige merrie zich meevoeren naar de rijbak. We zijn getuige van het werk van Marijke Böinck-Smolders uit Wellseind, paardenfluisteraar van beroep. 

,Paardenfluisteraar?" Marijke Böinck’s lach schalt helder door de grote ruimte van haar woonkamer. ,,Eigenlljk is het een heel goed woord voor het werk dat ik doe. Ik heb het boek nog niet uit, ik ben pas in het tweede hoofdstuk. Maar mijn man heeft het gelezen en die zegt dat ik wel een beetje op de hoofdpersoon lijk. Hij heeft al verklapt dat het einde nogal gruwelijk is."

Ze heeft het over het boek De paardenfluisteraar van de Brit Nicholas Evans. Tien miljoen bracht het op, terwijl de schrijver nog maar half klaar was. Robert Redford ziet zichzelf al in de rol van Tom Booker, de man die gestoorde paarden geneest. Liefhebbers van Indianen-films kennen natuurlijk allemaal al die scènes waarin wild geworden paarden met enkele streken over de neus en wat fluisteren in het oor, tot makke schapen worden. Indrukwekkend in de film, nog veel indrukwekkender als je het ziet, zomaar in het Brabantse land ergens op een stal in Ulvenhout. 

Het paard dat Marijke Böinck (spreek uit: Beujink) behandelt, is een topper uit de dressuur. De naam mogen we niet verklappen, dat zal duidelijk zijn. In goede doen gaat zo’n dier voor een ton voor de hand. Maar nu is de marktwaarde aanzienlijk gedaald . Zijn stalgedrag is verschrikkelijk . Woest verjaagt het paard iedereen die maar in de buurt komt , behalve zijn eigenares. En het rijden laat de laatste tijd ook al te wensen over. Als we aankomen zijn bazin en dier juist aan het werk in de bak.
Een pirouette, zijwaartse stappen, galop, alles ziet er even elegant uit. Dan krimpt de merrie haast ineen. Als bij toverslag is het over met de sier en de gratie. De achterhand wordt stijf. De bewegingen worden schokkerig. Het paard gaat terug op stal, waar het als een brok nerveuze energie van zich af staat te bijten. 

,Ik begrijp het zelf ook niet," zegt Marijke Böinck verlegen, ,,maar ik kan paarden kalmeren en met ze cornmuniceren. Dit dier laat me beelden zien van een krappe stal en een manege in de binnenstad. Oei, wat is ze gespannen. Wat is dat?  Ze is ergens bang heel bang voor. Ze heeft op haar donder gehad en goed ook. Prrr, meisje. Prrrr, rustig maar. Ajakkes , wat heeft dat dier een gigantische pijn . Ik voel dat ze pijn heeft aan haar linker eierstok .’’
 Zo fel als het paard een half uur eerder was, zo mak is het nu. Even heeft ze het nog gepro- beerd. De hoeven verhieven zich enkele centimeters van de grond. ,,Prrr, meisje, foej," zegt Marijke zacht. Een hand rust op het voorhoofd van het paard. Het grote hoofd schudt en komt dan tot rust. De flanken ontspannen zich. Grote wolken warme adem ontsnappen uit de neus- gaten en dan tot stomme verbazing van de omstanders begint het dier te geeuwen. Het hoofd en de mond ver omhoog en er volgt zo’n 1ange geeuw waarbij de bek ver opengaat en het dier benen en hals helemaal rekt. Er volgt er nog een en nog een. ,,Prrr,meisje.’’ Marijke wordt besnuffeld . Het grote dier legt zijn hoofd in haar hals en aait met zijn lippen over haar gezicht. Als je niet beter wist , zou je denken dat die twee elkaar al jaren kennen en volkomen  ver- trouwd zijn met elkaar.  

,,Het is goed," zegt Marijke en ze maakt het dier los. ,,Ga maar even." Pure gratie dartelt daar door het witte zand. Als een veulen schudt ze het hoofd, slaat ze de benen uit en gaat op haar rug liggen rollen. Dat doet een paard alleen als het zich bijzonder goed voelt. Zonder veel moeite laat ze zich vangen en enkele minuten later staat ze zielsgelukkig op stal. ,,Die wordt nooit meer zo agressief als ze was," zegt Marijke tevreden. ,,Maar één behandeling moet ze nog wel hebben. Wat een prachtig paard. Helaas is haar eigenares wat besluitloos. Of ze haar wel of niet wil wegdoen. Daar zijn paarden zo gevoelig voor. Ze voelde zich gewoon tekort gedaan."
Noot: hetzelfde paard stond na enige tijd bekend als het liefste paard van stal, waar iedereen zomaar de box kon inlopen om even te poetsen of te knuffelen.

Marijke Böinck heeft er lang over nagedacht voordat ze besloot haar gaven openbaar te maken. ,,De mensen vinden dit soort dingen toch al zo gek. Om heel eérlijk te zijn, ik vond het tot voor kort ook maar raar. Dat ik dit soort krachten heb, weet ik nog niet zo lang. Het begon allemaal met een periode van ziekte. Telkens lag ik op bed. Ik kon niets. Maar niemand wist precies wat ik man- keerde. Het werd zo erg dat ik een ‘bijna-dood-ervaring’ kreeg. Ik ging door een tunnel naar een fel licht waar mensen naar me wenkten. Ik moest komen, maar wilde nog niet. Opeens wist ik dat ik nog werk te doen had, dat ik bij mijn man en kinderen wilde zijn, dat ik een taak had."
Als kind al wilde ik met paarden werken. Maar thuis vonden ze dat niet goed. Dat was mannenwerk. Het was mijn grote droom, maar het ging niet door. In plaats daarvan heb ik een poosje de landbouwschool gevolgd. Ik kwam uiteindelijk op kantoor bij een binnenhuisarchitect." 

 ,,Ik begon aan mijn verstand te twijfelen. Ik had het gevoel alsof er steeds iemand met mij mee liep. Maar als ik omkeek zag ik niemand. Er gebeurde gekke dingen. Iemand die ik goed kende, had een lelijk eczeem op zijn armen. Uit liefde en bezorgdheid aaide ik er een paar keer over. Een paar dagen later belde hij stomverbaasd op. ‘Het eczeem is weg!  Hoe kan dat nu? Niets hielp en jij aait erover en weg is het’." 

"In die tijd kochten we een paard. Het was een zielig scharminkel. Veel te mager. Een hope- loos geval. Het arme dier scheet z’n eigen gewoon overhoop. Ze heette Fleur en ik kreeg me- teen een heel bijzondere band met haar. Ik nam onze Fleur mee uit wandelen en lette steeds op welke kruiden ze uit de berm at. Zo kreeg ik als het ware een staalkaart van haar eetbehoeften. Helaas, uit zichzelf genas ze niet. ik ging met haar voedsel experimenteren. Steeds andere merken, totdat ik iets kreeg dat een beetje aansloeg. Het paard knapte langzaam op." 

,,Ik ben uiteindelijk stom geweest. Eénmaal heb ik mijn instinct niet gevolgd. Ik wist gewoon dat een bepaald middel met melkzuren niet goed voor haar kon zijn. Toch heb ik me laten overhalen. Inderdaad, het leek te werken. Ze scheet niet meer. Maar haar darmen konden het niet aan en scheurden. Het was afschuwelijk haar te moeten laten afmaken. ‘Nooit meer een paard’, riep ik, maar binnen twee weken liep er hier een schimmel.         
Fleur is samen met Forte, een ander paard waar ik een speciale band mee had, mijn gids geworden. Als ik het even niet meer weet, vraag ik het aan de geesten van deze paarden."
 

,,Doordat ik zoveel paardenhandelaren was afgelopen, kwam ik in contact met een bedrijf dat gezondheidsvoer voor paarden verhandelde. Ik ging voer uitrijden en kwam zodoende langs vele maneges. Steeds vaker overkwam het me dat ik als bij een ingeving precies wist wat de paarden mankeerden. Nu laten de paarden mij beelden zien. Zo duidelijk en zo mooi dat ik wilde dat ik ze zou kunnen tekenen." 

We bezoeken nog een stal. De twintigjarige Nicole Fraaije heeft eindelijk haar eigen paardje kunnen kopen. Al jaren verzorgt ze de paarden van twee vierspannen, maar nu heeft ze uit de wei een jonge hengst van anderhalf jaar op de kop getikt. Nicole is bezorgd. Onder het oog van haar paard zit een ontsteking zo groot als een tennisbal. Nicole: ‘,Niemand mag aan die lelijke plek komen."
Zonder enige schroom benadert Marijke het schuwe dier. Binnen twintig minuten hangt een gapend paardje tegen de muur. Zonder enig verzet laat het dier zich behandelen. Marijke knijpt en kneedt zoveel mogelijk vuil uit de wond. Dan kijkt ze verrast op: "Je hebt geluk, Nicole, ik krijg een beeld door van hem. Heus, geloof me, dit wordt een topper." Nicole glimt.
Noot: dit paard is inmiddels naar Amerika verkocht, waar het furore maakt in de springsport. 

Ze twijfelt absoluut niet. ,,Als Marijke het zegt, dan is het waar. Ik heb haar paarden zien behandelen die, na een val, eigenlijk maanden op stal hadden moeten staan. Die misschien wel nooit meer zouden kunnen presteren. Binnen een week liepen ze als vanouds. Een ander paard zou worden afgemaakt. ‘Bloedvergiftiging!’ zei de dokter. ‘Niets daarvan!’ riep Marijke. ‘Voedselvergiftiging is het.’ Niemand wilde het geloven, totdat we een dode muis in de drinkbak vonden. Marijke had weer eens gelijk."